Vorige maand sprak ik Klaas*, een van de cliëntondersteuners die ik heb mogen interviewen om een training op maat te ontwikkelen over rolconflicten. Hij vertelde mij hoe de transitie van de gemeente invloed heeft op de nieuwe manier van werken. Voorheen werkte hij als onafhankelijke consulent, nu als cliëntondersteuner binnen een sociaal wijkteam.
“Er is veel veranderd”, zegt hij, “sinds de transitie moet ik twee tegenstrijdige rollen vervullen. Ik moet naast de rol van cliëntondersteuner, ook de zorg bepalen van de cliënt. Dit is een dubbele rol en ik vind het moeilijk om dat goed te vervullen. Vanuit mijn eigen visie en die van mijn moederorganisatie Mee ben ik namelijk gewend om ‘naast de cliënt’ te staan en op zoek te gaan naar hulp op maat. Binnen de nieuwe situatie word ik echter gedwongen om te streven naar efficiënte en zo goedkoop mogelijke zorg. Met de regels van de Gemeente wordt het voor mij bijna onmogelijk om naast de cliënt te staan en hulp op maat te bieden.”
Als trainer heb ik mij verdiept in rolconflicten binnen organisaties. Ik spreek van een rolconflict wanneer u in uw werk als cliëntondersteuner in conflict komt met uw eigen waarden en normen of wanneer u twee of meer (tegenstrijdige) rollen moet vervullen. Het is bewezen dat het ervaren van rolconflicten kan leiden tot stress en een eventuele burn-out.
Wat kunt u zelf doen om innerlijke rolconflicten te voorkomen dan wel te verminderen? En hoe kunt u omgaan met uw omgeving (de cliënt, het sociale wijkteam en overige betrokkenen) in de nieuwe werksituatie? U kunt de situatie wellicht niet direct veranderen, maar wel hoe u hiermee kunt omgaan.
*De naam van de cliëntondersteuner Klaas is gefingeerd.